Alcohol is een verdovend middel. Het verdooft je hersenen. Via je maag en dunne darm komt de alcohol in je bloed, en zo bereikt het de hersenen na ongeveer 10 minuten. Als er voedsel in de maag zit, duurt de opname van alcohol iets langer, maar je wordt er nog steeds dronken van.
Aan het drinken van alcohol is altijd een zeker risico verbonden. Zo kan regelmatig gebruik van kleine hoeveelheden leiden tot gewenning en teveel drinken.
Daarnaast is de stof alcohol (ethanol) een kankerverwekkende stof (carcinogeen). Men loopt ook bij weinig alcohol een verhoogd risico op diverse soorten kanker, een hoge bloeddruk, een hersenbloeding, leveraandoeningen, orgaanbeschadigingen en verslaving.
Voor jongeren is alcohol extra schadelijk. Daarom heeft de overheid bepaald dat je voor je 18e geen alcohol meer mag drinken (in het openbaar) of kopen.
Als je jong bent heeft alcoholgebruik de volgende risico’s:
Daarnaast speelt alcohol een grote rol bij agressie, geweld en ongelukken in het verkeer.
Veel jongeren experimenteren met alcohol, jij wellicht ook. Meestal ontdek je vanzelf een goede manier om met drank om te gaan. Maar alcohol kan ook een te grote rol gaan spelen in je leven. Uiteindelijk kun je er zelfs verslaafd aan raken, lichamelijk en geestelijk. De volgende vragen kunnen helpen om te bepalen hoe afhankelijk je van alcohol bent:
Bekijk de video ‘Zeven dingen die je moet weten over alcohol‘